Vooraf twijfelde iedereen of een gewone bevalling mogelijk was, de moeder zelf misschien nog wel het meest van allemaal. Ze wilde zó graag haar dochter zelf ter wereld brengen, maar een paar grote leiomyomen (vleesbomen), waarvan een bij de baarmoedermond, konden roet in het eten gooien. Ze had het eerder gedaan, bijna vier jaar terug, maar de vleesbomen waren een stuk groter nu. De laatste maanden kreeg ze om de paar weken echo’s, inwendige onderzoeken, de gynaecoloog bleef bij haar standpunt dat de natuur een kans verdiende.
Samen bespraken we opties, wat wilde ze wel, en zeker niet – vooral ook als het anders zou lopen? Elke millimeter ruimte zou het verschil kunnen maken, dus bewegingsruimte zou belangrijk zijn, zeker ook tijdens het persen. Aan het roer staan, bij alles betrokken worden, zelf keuzes maken: dat was het aller- allerbelangrijkste voor haar, en hetgeen ze bij de vorige bevalling gemist had. Ze ging het gesprek aan, vóóraf, met de klinisch verloskundige en gynaecoloog. Over haar wensen, haar twijfels, haar angst om overruled te worden tijdens dit belangrijke moment in haar leven. In al haar kwetsbaarheid, was ze de sterkste in de kamer.
Zondagmorgen, half 8, belde ze me op. ‘Ik denk dat ik je vandaag nodig ga hebben zegt ze zacht. De weeën komen elke vijf minuten, het is nog te doen. Twee uur later: ‘We rijden zo naar het ziekenhuis, het gaat snel.’ Ik spring in de auto en als ik een half uur later de verloskamer oploop, hoor ik haar al. Als ik binnenkom, vangt ze net hangend op het bed een wee op. Het is intens, er is bijna geen pauze. De gynaecoloog doet inwendig onderzoek; vijf centimeter ontsluiting. Maar die verdomde vleesboom. Zichtbare twijfel. Over een uur komen ze terug, dan moet er een knoop doorgehakt worden.
Paniek.
Eén uur. ‘Zal ik een ruggenprik nemen, dan kan ik meer ontspannen en gaat t misschien sneller?’ Ze besluit eerst een paar andere houdingen aan te nemen. Voordat ze op de bal kan gaan zitten, zakt ze door haar knieën door een wee. Achter elkaar komen ze nu, bam bam bam. Terug op bed. Morfine dan maar. Dit is niet te dragen. De gynaecoloog voelt weer. Volledige ontsluiting. En: de baarmoeder is zo gekanteld, dat de vleesboom niet eens meer voelbaar is!
Na een kwartier persen is ze daar, een prachtige dochter. ‘Het lichaam is slim’, zei de gynaecoloog na afloop. En zo is het. Het vrouwenlijf is tamelijk briljant.