Voor Kiind magazine schreef ik jarenlang de rubriek ‘Protocol onder de loep’, over een protocol of richtlijn in de geboortezorg. Ik zal ze hier zoetjesaan gaan delen, omdat er veel waardevolle informatie in staat over de zin en onzin van beleid waar je als zwangere mee te maken kunt krijgen. Zoals waar je mee te maken krijgt als je een dikke vrouw bent en zwanger bent of wilt worden…
Even over het gebruik van het woord ‘dik’. Vaak vermijden we dat nogal krampachtig, omdat we niet willen kwetsen. Zelf gebruik ik het als een feitelijke omschrijving van een lichaam, niet doorspekt van oordeel en afkeer. Je hebt dikke mensen en dunne mensen en alles daartussenin. Het waardeoordeel is het probleem, niet het dikke zelf.
Dikke mensen hebben een stempel. Ze zijn lui, incompetent, onaantrekkelijk en zwak. Het is hun eigen schuld dat ze dik zijn. Fatshaming zit in elke vezel van de maatschappij en dus ook in de gezondheidszorg. Vrouwen komen er in de zorg sowieso al bekaaid vanaf – vrijwel alle medische onderzoeken en daaruit voortkomende behandelingen zijn gebaseerd op lijven van witte mannen. Bij dikke vrouwen met een kinderwens of dikke zwangeren lijken zorgverleners geobsedeerd met het cijfer op de weegschaal.
Brandweer-met-hoogwerker
Uit tal van internationaal onderzoek blijkt dat de al dan niet bewuste vooroordelen van zorgverleners over dikke vrouwen directe gevolgen hebben voor de zorg die ze (niet) krijgen. Lastig zwanger worden? Eerst afvallen. BMI hoger dan 35? Je ‘mag’ niet thuis bevallen. Klachten? Tsja, met zo’n lijf. Ruggenprik tijdens je bevalling? De moralistische sneer van de anesthesist is er uit voor hij er erg in heeft. Meer dan de helft van de dikke zwangeren heeft minstens één stigmatiserende ervaring met een zorgverlener gehad.
Zwangeren worden als obees gezien met een BMI van 30 of hoger – in de vruchtbare leeftijd gaat het om zo’n 15 procent van de vrouwen. De beroepsvereniging voor verloskundigen KNOV is helder: gewicht is géén reden om de zorg over te dragen aan het ziekenhuis. De praktijk is vaak anders; vrouwen krijgen regelmatig te horen dat ze niet thuis ‘mogen’ bevallen, of krijgen een verwijsbriefje met een enkeltje richting gynaecoloog. Met een BMI >40 krijg je vaak een zogeheten plaatsindicatie. Ze zeggen daarmee: ‘Beval liever met je verloskundige in het ziekenhuis, dan hoeft het ambulancepersoneel je in geval van spoed niet uit huis te tillen’. Dit angst inboezemende brandweer-met-hoogwerker plaatje is net zo hardnekkig als dat het onwaarschijnlijk is; als een doorgewinterde verloskundige het één keer in haar carrière meemaakt, is het veel.
Kip-ei
Is gezond zwanger zijn en ongecompliceerd bevallen met een hoog BMI onmogelijk? Nee, natuurlijk niet. Al was het maar omdat BMI alles behalve een objectieve maatstaf is voor iemands gezondheid; rücksichtslos lengte door kilo’s delen, geeft op zijn hoogst een indicatie over iemands leefstijl.
Wel zijn er een aantal dingen waar dikke zwangeren gemiddeld meer kans op hebben. Dikke vrouwen worden minder makkelijk zwanger, dat heeft waarschijnlijk te maken met hun hormoonhuishouding. Bij de verhoogde risico’s voor dikke zwangeren is het lang niet altijd duidelijk of ze groter zijn vanwege het gewicht van de moeder, of omdat zorgverleners anders met haar omgaan. Gevalletje kip-ei. Als je kijkt naar de kille statistieken, dan hebben dikke zwangeren een wat grotere kans op zwangerschapssuiker (diabetes gravidarum), wat de kans op een grote baby van 4000 gram of meer (macrosomie) of vroeggeboorte zou vergroten (er woedt trouwens een boeiend debat over de vraag of er überhaupt zoiets bestaat als zwangerschapssuiker). Daarom adviseren zorgverleners om rond de 24 weken een suikertest te doen (OGTT, of Orale Glucose Tolerantie Test). Je moet dan op nuchtere maag een suikerdrankje nuttigen om te zien wat dat met je glucosewaarden in je bloed doet. Wijken ze af, dan zal zijn er diverse scenario’s, variërend van een dieet, meer testen of – als je suikerwaardes wiebelig blijven – regelmatige medische controles en vaak het advies om de bevalling rond week 38 in te leiden.
Vrouwen met overgewicht doen gemiddeld langer over een bevalling en hebben een grotere kans op een inleiding en een keizersnede. Ook verliezen dikke vrouwen gemiddeld meer bloed na de baring, is het lastiger om een ruggenprik te zetten (maar dat geldt ook voor iemand die veel vocht vasthoudt) en komt borstvoeding vaker trager op gang.
Respectvol
Ondanks alle medische toeters en bellen die ze om de oren vliegen, heeft meer dan de helft van de dikke vrouwen die voor het eerst zwanger zijn een ongecompliceerde zwangerschap en bevallig. Bij een volgende zwangerschap zijn dat er nog veel meer. Wat zouden de percentages zijn als zorgverleners deze vrouwen niet als tikkende tijdbommen benaderen? Als ze eerlijk en neutraal geïnformeerd zouden worden over mogelijk vergrote risico’s zonder dat ze de stuipen op het lijf gejaagd wordt? Dat blijft gissen. Het is een smalle scheidslijn tussen reële risicoselectie en overmedicalisering. Dat een dikker lijf er langer over doet om te ontsluiten, pleit eerder voor zorg-op-maat met continue begeleiding dan voor het aansluiten van een infuus met synthetische oxytocine. Juist als het langer duurt, heb je als vrouw behoefte aan iemand die er voor je is, no matter what. Iemand die je respectvol behandelt en je niet bij voorbaat al als ‘medisch ingewikkeld geval’ bestempeld.
Bronnen: KNOV factsheet obesitas, Evidence Based Birth, met dank aan vroedvrouw Rebekka Visser.